ICT in het onderwijs

Gelezen op ZDNet.be

Quote:

Een parlementslid in Californië wil een wet tegen elektronische apparaten die stroom verbruiken als ze uit staan. Volgens de man stuwen 'stroomvampieren' elektriciteitsrekeningen de hoogte in en zijn ze slecht voor het milieu. Dat meldt de krant San Francisco Gate. In Californië - een van de meest bevolkte staten van de V.S. - is er traditioneel meer oog voor milieuproblemen en staat energie hoog op de agenda sinds zware leveringsproblemen enkele jaren geleden.

Bij ons op school hebben wij vorig jaar onderzoek gedaan naar het elektriciteitsverbruik in de computerklassen en het resultaat was erg verrassend.

Computers die gewoon aan staan gebruiken in ons geval 58 Watt. Computers die in stand-by staan gebruiken 36 Watt. Je vind een overzicht van deze metingen op onze ICT-site. Dit jaar hebben we een meting gedaan van het stroomverbruik bij computers die volledig uit stonden. In dat geval verbruikten de computers gemiddeld 6 Watt. 50 computers die een heel jaar uit staan verbruiken dus ongeveer 400 euro aan electriciteit. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de transformator die wel werkt.

Ook printers, hubs, draadloze zenders,... verbruiken heel wat elektriciteit. Je moet je hand maar eens leggen op een transformator van een printer die uit staat.

De GIMP is gevorderde beeldbewerkingssoftware die draait op Windows, Mac OS X en Linux. De Gimp is een beetje te vergelijken met Photoshop. De Gimp is echter Open Source Software. Je kan de Gimp dus gratis downloaden.

De laaste lessen voor de vakantie laat ik mijn leerlingen in de tweede graad kennismaken met de Gimp. Ze leren hoe ze uit een afbeelding delen nauwkeurig kunnen selecteren en op een andere afbeelding plaatsen. Ze leren ook hoe ze eenvoudige effecten aan foto's kunnen toevoegen.

Er bestaat een zeer goede nederlandstalige cursus over de Gimp.

Google Earth is een vrij te downloaden applicatie van Google Inc. waarmee men elke plek op de wereldbol kan opzoeken met behulp van satellietfoto's en luchtfoto's. Tegen betaling kan een GPS of GIS aan het programma worden gekoppeld. De geografische informatie wordt online aangeboden zodat een breedband-internetverbinding noodzakelijk is.

Enkele delen van de wereld kunnen door in te zoomen zelfs tot op straatniveau worden bekeken. Deze delen zijn te herkennen aan een rechthoek die donkerbruin/grijs afsteekt tegen de verder groene omgeving. In deze delen -waaronder Brussel- zijn zelfs afzonderlijke auto's en belijningen op het wegdek te herkennen.

Externe bedrijven of personen kunnen via "Google server" extra locaties aan Google Earth toevoegen. Op www.brusselnieuws.be kan je pakketjes informatie downloaden die passen op de luchtfoto's. Je kan het netwerk van de metro bekijken. Je kan de loop van de Zenne bekijken.

Heel spectaculair is de mogelijkheid om een helicoptervlucht over Brussel te maken. Er zijn drie verschillende parcours. De beelden zijn bijna levensecht. Ideaal om Brussel op een andere manier te leren kennen.

1. Je kan op een gemakkelijke manier lesmateriaal beschikbaar stellen. Hiervoor moet je niet kunnen programmeren. Je meldt jezelf aan in de elektronische leeromgeving en je kan op de website lesmateriaal invoegen. (bekijk hier een filmpje)
2. Je kan websites die je in de les wilt gebruiken op de elektronische leeromgeving plaatsen. De leerlingen moeten deze adressen niet meer intypen. De adressen blijven ook bewaard voor de volgende jaren.
3. Je kan foto's en filmpjes toegankelijk maken voor de leerlingen.
   
4. Je kan je leerlingen via de leeromgeving contacteren. Je moet zelf geen lijst aanleggen met de e-mailadressen van de leerlingen.
5. Je kan leerlingen bestanden laten afgeven via de leeromgeving. De bestanden worden op de leeromgeving bewaard, zodat je deze gemakkelijk thuis kan nakijken.
6. Je kan meerkeuzetoetsen voor de leerlingen maken, en de resultaten op een overzichtspagina bekijken.
7. Je kan leerlingen laten samenwerken m.b.v. een forum, een wiki of een chatbox. In een elektronische leeromgeving kan je deze zaken op een gemakkelijke manier aanmaken (zonder te programmeren). Je weet altijd welke leerling wat schrijft.
8. Je kan m.b.v. een enquête onderzoeken wat de leerlingen vinden van je les.
9. Je kan via een leeromgeving gemakkelijker samenwerken. Je kan samen lesmateriaal ontwikkelen.
10. Je kan met een leeromgeving een Europees project succesvol uitwerken. Je kan jouw leerlingen bijvoorbeeld laten communiceren met leerlingen uit een ander land.

Op 12 mei vind er in Brussel een studiedag over het gebruik van elektronische leeromgevingen plaats. Deze dag wordt georganiseerd door de vlaamse ENIS-scholen. Er komen verschillende elektronische leeromgevingen aan bod. Onder andere Moodle, Dokeos, Smartschool, eloV... De klemtoon zal liggen op het gebruik van elo's. Aan de hand van praktijkvoorbeelden worden verschillende mogelijkheden van een elo bekeken.

De studiedag gaat door in het Departement Onderwijs. Deelname is gratis maar inschrijving is verplicht.

Google heeft alweer een nieuw programma vrijgegeven. Na Picasa en Google Earth is het nu de beurt aan Sketchup. Sketchup is een 3D-tekenprogramma. Met dit programma kan je 3D-objecten op een erg eenvoudige manier modelleren. Het programma is heel gemakkelijk aan te leren, maar is toch krachtig genoeg om nauwkeurig ingewikkelde objecten te modeleren. Het is dus een aanrader.

Een heel leuk (freeware) programma om powerpoint-achtige flash presentaties te maken is Powerbullet. Personen die met PowerPoint kunnen werken, kunnen in een mum van tijd met Powerbullet aan de slag. Het programma is zeer eenvoudig te gebruiken, en heeft zeer veel mogelijkheden. Op sommige vlakken kan het meer als PowerPoint. De hoeveelheid effecten is bijvoorbeeld enorm. Ook is het mogelijk om eenvoudige animaties te maken.

Wink 2.0 is uit. Wink is een freeware programma waarmee je tutorials kan maken over het gebruik van software. Met Wink kan je de handelingen die je doet opnemen, en er daarna extra uitleg aan toevoegen. Hier vind je een voorbeeld van een korte Wink-tutorial. In Wink 2.0 kan je nu ook gesproken tekst aan je tutorial toevoegen. Hiermee is Wink 2.0 de perfecte vervanger voor de informatica-leerkracht.

Met een rekenblad kan je op een gemakkelijke manier rapportcijfers berekenen. Op deze website vind je een elektronisch puntenboekje.

Het elektronisch puntenboekje is eigenlijk gebaseerd op één formule:

=ALS($B6=0;"";SUMPRODUCT(VERSCHUIVING(B$5;36+$A6;-C$2+1;1;C$2);
VERSCHUIVING(B6;0;-C$2+1;1;C$2))/SUMPRODUCT
(VERSCHUIVING(B$5;36+$A6;-C$2+1;1;C$2);
VERSCHUIVING(B$3;0;-C$2+1;1;C$2))*100)

Met deze formule kan je het totaalcijfer in procent berekenen van een aantal punten. Je kan kiezen van hoeveel puntenreeksen je het totaalcijfer wilt berekenen (C2). Voor elke puntenreeks moet je het totaal ingeven. Per punt kan je ook het gewicht instellen.

Het enige wat je moet doen om totaalcijfers te berekenen, is de formule naar de juiste cel kopiëren en de getallen in de juiste cellen invullen.

Er bestaan op het internet fantastische projecten voor het ontwikkelen van lesmateriaal. Eén project dat volgens mij veel te weinig aandacht krijg is wikibooks . Op wikibooks kunnen leerkrachten samen open source lesmateriaal ontwikkelen, zonder ingewikkelde registratieprocedures. Wikibooks is familie van wikipedia. Het werkt op net dezelfde manier.

De afgelopen jaren heb ik verschillende programmeertalen behandeld bij informatica in het 4e jaar ASO. Vorig jaar las ik op lerarenforum over het bestaan van Alice. Ik heb het toen uitgetest bij mijn leerlingen en het viel erg in de smaak. Alice is volledig object georiënteerd en toch heel eenvoudig te gebruiken. De leerlingen plaatsen objecten in een driedimensionale wereld en kunnen deze objecten dan instructies laten uitvoeren, door deze in het programmavenster te slepen (ze hoeven dus geen code te typen).

Ik heb ondertussen een eigen online cursus uitgewerkt over Alice.

Onlangs heeft Gamemaker Electronic Arts zijn schouders onder Alice gezet. De gamemaker zal er voor zorgen dat de gebruiker een 'visueel stimulerende en robuuste' grafische ervaring voorgeschoteld krijgt. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de figuurtjes van De Sims. het best verkochte computerspel aller tijden. Het mooie is dat Alice open source blijft.

Het grootste voordeel van firefox vind ik de extensies. Iedereen vindt wel een aantal extensies die voor hem of haar nuttig zijn.

Ik gebruik volgende extensies:

• AJAX Yahoo! mail: Zorgt ervoor dat je berichten in Yahoo! mail kunt open- en toeklappen.
  
• BBCodeXtra: Maakt het mogelijk om gemakkelijk bbcodes toe te voegen op dit forum.
  
• ScrapBook: Gebruik ik zowel om notities bij te houden, als om informatie op internet te verzamelen.
  
• Yahoo! Mail Notifier: Hierdoor krijg ik een berichtje in mijn statusbalk indien ik een nieuwe mail heb. (werkt ook met Gmail, hotmail, POP,...)
  
• WebmailCompose: Zorgt ervoor dat je naar Yahoo! Mail gaat indien je op een mailto-link klikt.
  
• Flashgot: Maakt het mogelijk om een downloadmanager te gebruiken (in mijn geval Free Download Manager).
  
• Viamatic foXpose: Zorgt ervoor dat al je tabs in miniatuurweergave op je scherm worden weergegeven als je op F8 drukt.
• Performancing: Hiermee kan je rechtstreeks van in je browser bloggen op blogger.com.
  
• Clippings: Stelt je in staat om veel gebruikte tekstfragmenten (zoals bijvoorbeeld je contactgegevens) te bewaren en op een gemakkelijke manier in een tekstvak in te voegen.
  
• Copy Plain Text: Voegt een optie toe aan je rechtermuisknopmenu waarmee je een stuk geselecteerde tekst als platte tekst kunt kopiëren. Handig als je deze tekst wilt plakken in een tekstverwerker en zelf wilt opmaken.
  

Zoals je ziet gebruik ik Yahoo! Mail.

Eindelijk kunnen we het zwarte schoolbord naar het museum verhuizen. Krijt en bijhorend stof horen definitief tot het verleden. In plaats daarvan gebruiken we binnenkort allemaal het elektronische schoolbord of smartboard.

Een smartboard bestaat uit een scherm en een beamer. Op een scherm worden met een beamer, die aangesloten is op een compute beelden geprojecteerd. Ook zijn er videomogelijkheden en soms is er geluidsversterking aanwezig. Op het scherm kan extra informatie worden bijgeschreven, en het geheel kan digitaal worden opgeslagen. Naargelang de gebruikte technologie wordt voor het schrijven een speciale pen, of gewoon de vinger gebruikt.

Eigenlijk is het elektrosche schoolbord een reuzachtig aanraakscherm. Er bestaan verschillende technologieën:

• Touchscreen - Twee elektrisch geleidende folies, gescheiden door een dun laagje lucht. Raken de laagjes elkaar (door druk), dan wordt contact gemaakt, waarbij de (X,Y) coördinaten worden doorgegeven. Bij deze technologie is het bordoppervlak zacht. Het kan beschreven en aangetikt worden met een pen, of met de vinger.
• Elektromagnetisch - Hier reageert een net van dunne kabels achter het bord met de spoel in de stift om de (X,Y) coördinaten te bepalen. Stiften kunnen actief zijn (met batterij of kabel) dan wel passief (wijzigen elektrische signalen van het bord zelf, maar hebben geen eigen stroomvoorziening). Dit type bord heeft doorgaans een hard oppervlak, en werkt alleen met speciale stiften. De vinger kan hier niet gebruikt worden.
• Andere types van borden maken gebruik van laser, infrarood en ultrasoon, al dan niet in combinatie. Bij deze types van borden wordt de positie van de stift gedetecteerd op het moment van de klik, en niet de aanraking van het scherm. Vandaar dat deze technologie ook kan werken met het gewone whiteboard, of zelfs met een wit stuk muur.

De prijzen verschillen van leverancier tot leverancier en zijn afhankelijk van de gebruikte technologie. De goedkoopste interactieve schoolborden zijn gebaseerd op infrarood. Je vindt ze al vanaf 485 euro.

Voor mij is er maar één elo en dat is Moodle. Eerst en vooral is deze elo goedkoop. Je betaalt enkel voor webruimte/bandbreedte want Moodle is open source.

Met Moodle heb je alle touwtjes in eigen handen. Je kan de elo aanpassen aan je eigen huisstijl. Zo kan je hem integreren in de schoolsite. Je kan ook kiezen welke plugins je installeert (en er zijn er honderden).

Moodle is een elo met een visie. Het uitgangspunt is dat leerlingen meer leren als ze zelf actief aan de slag gaan. Er is geen enkele elo die zoveel verschillende activiteiten mogelijk maakt als Moodle. Enkele voorbeelden: discussiefora, verschillende soorten wiki's (persoonlijk, groep, klas), chat, workshop, woordenlijsten construeren, databanken construeren, keuzes, testen, opdrachten, blogs,... De leerkracht bepaalt zelf wat er mogelijk is. Eén cursus kan meerdere discussiefora, wiki's, chatboxen,... bevatten.

Een cursus in Moodle bevat één overzichtelijke leerlijn. Activiteiten zitten dus niet achter nietszeggende knoppen verscholen zoals in de meeste elo's. Een leerling ziet in één oogopslag wat de inhoud van de cursus is.

Het aantal scholen dat Moodle gebruikt is op minder dan drie jaar tijd vertienvoudigd. De vele gebruikers die actief bijdragen, zorgen ervoor dat Moodle zich razendsnel ontwikkeld.

Moodle heeft een zeer lage beheerslast voor de ICT-coördinator omdat verantwoordelijkheden kunnen worden doorgegeven aan leerkrachten en leerlingen. Je kan ervoor kiezen dat leerlingen en leerkrachten zelf hun account aanmaken, en dat ze zich zelf inschrijven voor de verschillende vakken. Je kan leerkrachten de mogelijkheid geven om zelf nieuwe vakken aan te maken.

Indien je kiest voor Moodle kies je eigenlijk voor een webserver met apache/php/mySQL. Je kan deze server voor nog tientallen andere zaken gebruiken. Je kan je schoolsite dynamisch maken, waardoor deze veel gemakkelijker te onderhouden is (Joomla, PostNuke,...). Je kan wiki's, blogs, bibliotheeksoftware, sites voor de leerlingenraad, milieuraad,... op je webserver hosten.

Als je éénmaal Moodle of een andere dynamische website geïnstalleerd hebt, dan ken je het systeem, en dan kan je zowat alles installeren op je webserver. Er gaat dan een hele nieuwe wereld voor je open!